maandag 23 maart 2009

spiegel

(foto: Nadar)


Altijd opnieuw word ik moe van de chaos in mijn hoofd. Ik kan niet uitleggen wat daar allemaal is en een gevoel van fundamentele eenzaamheid is het gevolg. Een troost is natuurlijk dat iedereen daar last van heeft.

Ook word ik moe van altijd alles te moeten.

Maar ik ben lui en dat niet alleen. Om mezelf te vergeten en de chaos niet te horen rommelen, doe ik niets, dat is namelijk het enige dat helpt. Alleen helpt het niet want dan komt de schuld. Het is een altijd glijdende afgrond waarbij je je soms kan vastklampen aan een brekend grassprietje.

Ik vind nooit nog de woorden om schoonheid te schrijven. Ik ben het kwijt. Ik ben aan het verglijden in de echte wereld. Daar word ik zo ongelooflijk bang en stil van soms.

Een troost is natuurlijk dat iedereen daar last van heeft. En veel groeit uit het articuleren van dit probleem: dat leven met jezelf, met dat nooit zwijgend en altijd zo eng kijkende zelf, dat zelf dat vol gaten zit waar iedereen overal in kan kijken behalve jijzelf. Maar hoe kan het groeien als het daar zit als een krop die steeds groter wordt zodat hij niet meer kan worden uitgebraakt.

Daarom is de geest zwakker dan het vlees: omdat de geest dit niet aankan, deze rommel. Het vlees leeft, zalft en zoent. De geest is zonde van het vlees.

1 opmerking:

  1. Ik kan mezelf heel goed terugvinden in wat je hier schrijft. Als dat een troost mag zijn. Prachtig verwoord.

    BeantwoordenVerwijderen